Vogelbekdier
Morris - 3-6-2006:
Hoi...
Kan iemand mij wetenschappelijk onderbouwd uitleggen waar ik het VOGELBEKDIER moet plaatsen in de trap van de evolutie?
De snavel van een eend, het lijf van een mol, een vacht van een otter, de staart van een bever, leggen eieren (als een vogel), zogen hun jongen, behoren tot de zoogdieren,
En kom dan niet met het bekende antwoord, dat deze behoort tot de orde van de Monotremen, als de meest primitieve zoogdieren, want dat lost alleen het gegeven van al deze verschillende vormen, die dit ene dier in zich herbergt, niet op!
Groeten, Morris
Antwoord (8-6-2006):
Kijk dit zijn nou precies van die simplificaties die typisch zijn voor de creationistische manier van 'bewijsvoeren'. Het vogelbekdier lijkt alleen uiterst oppervlakkig op de dieren waarmee het wordt vergeleken!
Dit soort oppervlakkige overeenkomsten worden probleemloos verklaard door convergente evolutie. Overeenkomstige leefwijze geeft overeenkomstige lichaamsbouw, maar alleen oppervlakkig. Net zoals een dolfijn slechts oppervlakkig op een haai lijkt, heeft het alleen de vorm gemeen, maar de lichaamsbouw is compleet anders!
Het vogelbekdier heeft helemaal niet de snavel van een eend! Eenden hebben een harde, hoornachtige snavel net als alle vogels. Het vogelbekdier heeft een zachte, lederachtige bek, vol met speciale gevoelige zintuigen om prooien mee te zoeken. Bij de eend is de snavel verbreed en spatelvormig om beter plantenmateriaal uit het water te vissen. Bij het vogelbekdier is de bek verbreed en spatelvormig om beter op de bodem naar prooi te zoeken.
Vergelijk de onderstaande foto's en je zult zien dat ook de botstructuur compleet anders is. Bij het vogelbekdier zitten de neusgaten bovendien aan het uiteinde van de bek in tegenstelling tot bij eenden...

Het vogelbekdier is een waterdier net als de bever en de otter, dus convergente overeenkomsten met deze dieren hoeven ons helemaal niet te verbazen. Maar nogmaals: Het vogelbekdier heeft noch de staart van een bever, noch de vacht van een otter. Het heeft deze eigenschappen onafhankelijk ontwikkeld. Dit kan je wederom zien als je naar de details gaat kijken. Zo is de staart van het vogelbekdier behaard in tegenstelling tot de schubbige staart van de bever. (Overeenkomsten met de mol eveneens omdat het vogelbekdier zelf een diep hol graaft aan de waterkant -> overeenkomstige leefwijze)
Vogelbekdieren zijn, net zoals de overige Monotremen, primitieve zoogdieren die veel reptielenkenmerken laten zien. Dit dier is dus zelfs bewijs voor de afstamming van zoogdieren van reptielen! De overeenkomsten met reptielen kunnen juist niet door overeenkomstige leefwijze verklaard worden en dus is de enige overgebleven verklaring dat dit zogenaamde 'homologe' kenmerken zijn en duiden op gemeenschappelijke afstamming.
Vogelbekdieren leggen net als reptielen eieren met een lederachtige schaal. Ze hebben net als reptielen (en buideldieren) een enkele lichaamsopening voor urine, ontlasting en geslachtsorganen, de kloaka. Ze hebben veel botten die typisch zijn voor reptielen, zoals die in de schoudergordel, en de zogenaamde buikribben. Hun sperma lijkt ook op dat van reptielen. Ondanks het feit dat ze melkklieren hebben, hebben ze geen tepels zoals de meer afgeleide zoogdieren, dus ook wat betreft zijn ze primitiever. Er zijn ook chromosomale en genetische overeenkomsten met reptielen. Afijn, zo kan ik wel even doorgaan.
Het vogelbekdier vormt bovenal een uitdaging voor de scheppingsgedachte, want waarom in hemelsnaam zou de Schepper dit dier uitrusten met al die reptielenkenmerken als daar geen noodzaak voor is wat betreft leefwijze? De enige verklaring is dat de monotremen een vroege afsplitsing zijn van de zoogdierlijn die zich bezig was steeds verder van het reptielbouwplan te ontwikkeldn. Al de latere, meer afgeleide kenmerken zijn zij dus 'misgelopen'.
Met vriendelijke groet,
Fedor Steeman