Hoe kan een oerknal een cel doen ontstaan?
Is evolutie niet fout als een oerknal (Big Bang) nooit een ingewikkelde cel kan doen ontstaan? De wetten van de thermodynamica spreken dit tegen!
Er worden hier allerlei dingen door elkaar gegooid:
- Oerknaltheorie (Big Bang) - behelst het ontstaan en de ontwikkeling van het heelal (kosmische evolutie)
- Abiogenese - behelst het ontstaan van het eerste leven (chemische evolutie)
- Evolutietheorie - behelst de verdere ontwikkeling van het leven (biologische evolutie)
Dit zijn drie totaal verschillende processen, die elkaar weliswaar stuk-voor-stuk mogelijk maken, maar die verder weinig met elkaar te maken hebben. Zelfs al zou God het universum hebben geschapen, dan nog zou er los daarvan spontaan abiogenese kunnen voorkomen. Zelfs als zou God het eerste leven hebben geschapen, dan nog zou dit leven volgens Darwiniaanse evolutie kunnen ontwikkelen. Het is niet duidelijk over welk proces hier precies kritische vragen over worden gesteld.
Als het om evolutie van reeds bestaand leven gaat, dan kunnen we de thermodynamica gerust op de plank laten liggen. De aardse biosfeer is namelijk geen gesloten systeem, maar ontvangt energie van de zon. Deze energie kunnen levende organismen gebruiken om de complexiteit van hun lichaam omhoog te brengen en daar te houden.
Het statistische argument dat wordt gebruikt om de kleine kans dat een eiwit door toevallige aaneenrijging van 100 aminozuren kan ontstaan loopt mank. Dit gaat alleen op als je slechts één heel specifiek eiwit wilt doen ontstaan. Maar er zijn oneindig veel aminozuurreeksen die wel enige functie kunnen hebben in een cel. De kans is dus veel groter dat een funktionele reeks kan ontstaan. Vooral als deze ontstaat door wijziging van reeds bestaande eiwitten.
Als het om het ontstaan van het eerste leven te doen is, dan spelen er heel andere zaken een rol. Allereerst heeft niemand ooit beweerd dat zoiets ingewikkelds als een eukaryotische cel in één klap toevallig is ontstaan. Het leven is ongetwijfeld begonnen als een enkele, zichzelf reproducerende molekuul, waarschijnlijk een eenvoudig RNA-molekuul. Ook hier is er niet slechts één moleculaire reeks die zelfreproducerend kan zijn, maar zijn er ongetwijfeld oneindig veel verschillende mogelijke reeksen die dit kunnen.
Geochemische analyses hebben uitgewezen dat de omstandigheden op de primitieve aarde heel anders waren dan nu en gunstig waren voor het ontstaan van de bouwstenen van het leven. Klei, pyriet of andere materialen konden als 'bouwsteigers' dienen voor het vormen van willekeurige reeksen nucleïnezuren dan wel aminozuren. Zo kon er ongestoord worden geëxperimenteerd totdat de eerste zichzelf reproducerende moleculen, en daarmee het leven, ontstonden.
Kort gezegd: Over het ontstaan van het leven en het heelal zijn er degelijke wetenschappelijke theorieën. Voor de verdere ontwikkeling van het leven is er de wetenschappelijke evolutietheorie.
Links
- Interessant filmpje: The Origin of Life - Abiogenesis