3. Orde versus functionaliteit
Orde versus functionaliteit
Maar hoe zit het eigenlijk met de functionaliteit van een eiwit tegenover dreigende wanorde? Scheele lijkt er bij voorbaat al van uit te gaan dat de oorspronkelijke reeks de beste is, ofwel de meeste ‘orde’ bezit, en elke afwijking daarvan slechts een aftakeling naar wanorde kan zijn. Voor Scheele zijn complexiteit, functionaliteit en informatie allemaal vormen van ‘orde’. Om dit te illustreren gebruikt hij regelmatig voorbeelden van zinnen als reeksen letters (als analogen van eiwitten als reeksen aminozuren) met een specifieke betekenis (analoog met specifieke functionaliteit). Hiertegenover stelt hij het wanordelijke en niet-functionele, ofwel de nonsens.
Het op één hoop gooien van orde met informatie en functionaliteit, kortweg ‘complexiteit’, is echter nergens op gebaseerd. Er is namelijk niet zondermeer een objectief onderscheid aan te geven tussen complexe informatie en willekeurige onzin. De zin 'doe mij maar een gebakje' is in principe net zo complex, en net zo (wan)ordelijk, als het onzinnige 'eg raj mineb eja keame do', dat overigens best iets zou kunnen betekenen in een taal die we niet kennen. Daarentegen verdwijnt alle betekenis van eerstgenoemde zin geheel als deze daadwerkelijk geordend zou worden in bijvoorbeeld alfabetische volgorde: 'aaabdeeeeegijjkmmnor'. Orde vernietigd dus eerder informatie dan dat informatie principieel ordelijk genoemd kan worden. Complexiteit is echter noch orde, noch willekeur, maar iets daartussenin. Complexiteit ontstaat juist door de wisselwerking tussen orde en willekeur.
Deze verhoudingen tussen orde, willekeur, complexiteit en informatie zijn uitstekend geïllustreerd door Solé en Goodwin in hun boek uit 1970, 'Signs of Life'. In dit boek presenteren zij drie patronen die respectievelijk orde, complexiteit en wanorde voorstellen (zie fig. 1). Ieder patroon kan met een specifieke routine gegenereerd worden -zo nodig in een computerprogramma. Voor het ordelijke patroon is een vrij eenvoudige routine nodig, namelijk plaats eerst een zwart vierkantje en dan weer een wit vakje, en herhaal die twee stappen tot het hele vak vol is.
Zo ook het wanordelijke patroon, dat gegeneerd kan worden door voor elk vakje een munt op te gooien. Voor het complexe patroon in het midden komt er echter veel meer bij kijken dan zulke simpele routines. Het is duidelijk dat er veel meer informatie nodig is om een dergelijk, complex patroon te vormen. Om deze reden bevat dit patroon dan ook veel meer informatie dan zowel het ordelijke als het wanordelijke patroon. Dat Scheele hiermee de plank volledig misslaat is uiterst ondermijnend voor zijn voorstelling van een oorspronkelijk geschapen ordelijkheid, dat door verval (degeneratie) wanorde zou benaderen. Wanorde is, evenals orde, echter juist een voorwaarde voor complexiteit!
Klik voor vergroting:
Lees verder