Voorzijde
Evolutie FAQ
Bewijzen
Antwoorden
Degeneratie?
Reacties
Links
Login


  Artikel info
Auteur(s): Fedor A. Steeman
drs. Biologie
Gecreërd:
16/11/2004
Laatste wijziging:
16/11/2004
Eerder gepubliceerd:
Wonder en is gheen wonder (nr.1, jaargang 4, 2004)

  Speciaal
Terug naar de inhoud
Reageer op dit artikel
Wijzig dit artikel
Schrijf nieuw artikel

  Lees ook:
onder constructie...

1. Meesteroplichter Degeneratie - inleiding

De tijden zijn veranderd voor sceptici die zich bezighouden met het creationisme. Deze pseudo-wetenschappelijke stroming, waarbij directe of ‘bijzondere’ schepping door de bijbelse god centraal staat, heeft zich gedurende het laatste decennium geëvolueerd tot een nieuwe en modernere vorm die lastiger is te hanteren.

In de Verenigde Staten, daar waar de controverse tussen rond de evolutietheorie het hevigst woedt, hebben schrijvers als Philip Johnson en Michael Behe reeds de nieuwe strategie laten zien. Eerder werd de boventoon gevoerd door lieden zoals Henry Morris die krampachtig poogden de letterlijke juistheid van het Genesisverhaal aan te tonen. Dit deden zij voornamelijk door het selectief omgaan met, en het verdraaien van, empirische feiten om die als bewijzen voor een zondvloed en een jonge aarde aan te voeren. Maar die strategie bleek te ongeloofwaardig en in elk geval te doorzichtig na een aantal juridische nederlagen, met name een in 1984, waarbij rechter William Overton het creationisme afwees als ‘vermomde religie’ en om die reden ongrondwettelijk om op openbare scholen onderwezen te worden. In elk geval is de literalistische zienswijze niet gedragen door de meerderheid van de Amerikaanse bevolking of zelfs van de christenen. In de nieuwe strategie wordt daarom het precieze hoe-en-wanneer van de schepping (en door wie) achterwege gelaten. Taak is het zoeken naar ‘onoplosbare’ problemen voor de evolutietheorie, die daarmee onhoudbaar zou worden. Het ‘alternatief’, het ingrijpen door een scheppend Opperwezen, zou dan de enige optie zijn die overblijft..

Het boek van Nederlandse evangelist en publieke persoonlijkheid Peter Scheele: ‘Degeneratie - het einde van de evolutietheorie’ dat uitkwam in 1997 probeert ook zoiets dergelijks. In dit boek wordt uitgebreid geargumenteerd waarom evolutie volgens de huidige kennis van de biologie niet mogelijk zou zijn, en vervolgens wordt er een zogeheten ‘wetenschappelijk alternatief’ gepresenteerd, dat uitgaat van de schepping. Toch zijn tot op heden de publicaties en activiteiten van Peter Scheele en andere ‘degenerationisten’ nagenoeg genegeerd door evolutie-experts. Ten onrechte, in de eerste plaats omdat de creationisten zich hierdoor des te meer gesterkt voelen in hun overtuigingen, waar ‘de evolutionisten’ niets van op terug lijken te hebben. In de tweede plaats worden er in Scheeles boek wel degelijk zaken aangekaart die nogal problematisch lijken en om antwoorden vragen. De argumentatie in het boek kan op de geďnteresseerde leek overtuigend overkomen en de onvoorbereide criticus overbluffen. Dat Scheele niet onderschat dient te worden mag wel blijken uit het feit dat hij tijdens openbare discussiebijeenkomsten menig evolutie-expert met de mond vol tanden heeft doen staan. Een behandeling van de punten waarop Scheeles boek mank loopt is dus onontbeerlijk en bij dezen wil ik een aantal van de redeneringen die aan ‘Degeneratie’ ten grondslag liggen, ontsluieren als ongeldig, onjuist en onwetenschappelijk, de hoogdravende pretenties van het boek ten spijt.

Typerend voor het boek is dat het voortdurend naar bepaalde conclusies toe lijkt te werken, die dan vervolgens niet worden getrokken, maar steeds een sterk suggestieve nasmaak achterlaten. De oplettende, kritische lezer moet zich om die reden voortdurend inhouden, want de echte genadeslag blijft steeds uit. Aan de andere kant worden al deze passages wel door Scheeles achterban als zoete koek verorberd. In het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld, passeren allerlei sociale en politieke factoren, die aan het succes van de Darwin’s evolutietheorie zouden hebben bijgedragen, de revue. De onderliggende suggestie is dat dit de eigenlijke redenen zijn voor het succes en niet de wetenschappelijke en empirische gronden. Deze laatste redenen worden in dit hoofdstuk zelfs compleet genegeerd, wat natuurlijk oneerlijk en misleidend is, maar de impliciete conclusie wordt nooit in zoveel woorden uitgedrukt. Bovendien draait Scheele de zaken hiermee om: Het zijn immers in de eerste plaats de creationisten die vanuit hun geloofsopvattingen tot een afwijzing van de evolutietheorie komen, en niet andersom.

De strategie die Scheele verder ontplooit is als volgt: Allereerst wordt zekergesteld dat de lezer de algemene grondbeginselen van de evolutietheorie en die van de moleculaire genetica juist begrijpt. Het lijkt hierbij opmerkelijk dat Scheele de evolutionaire principes van variatie en natuurlijke selectie blijkt te omhelzen, maar schijn bedriegt: Evolutie op kleine schaal -microevolutie- is reeds sinds lange tijd gemeengoed in creationistische kringen. Het is nu juist de grootschalige evolutie van zegmaar een vogel uit een reptiel, en daarmee de gemeenschappelijke afstamming van al het leven op aarde, dat in twijfel wordt getrokken. De creationisten hebben echter nooit duidelijk kunnen aangeven waar de grens tussen micro- en macroevolutie nu eigenlijk ligt. Peter Scheele probeert, in navolging van Michael Behe, de grens te trekken op het moleculaire niveau van de genen en in het bijzonder hun functionele producten: de eiwitten.

Lees verder